Allereerst is er een ingezonden stuk van 4 oktober 1945 van hand van de directeur Leendert van Aalst, L. Mallon voorzitter en J. Koops van 't Jagt secretaris van het kinderkoor 'De Kleine Stem'.
"
"Het bericht in uw blad betreffende het nieuw opgerichte kinderkoor moet verwarring bij uw lezers brengen. Het oude kinderkoor "De Kleine Stem" onder leiding van directeur Van Aalst is gedurende de oorlogsjaren in verband gebleven als zangschool met de bedoeling de kinderen in deze jaren niet aan de verruwing prijs te geven; een zangschool viel niet onder de Cultuurkamer. Nu zagen sommigen in directeur Van Aalst een pro Duits persoon (juiste woord: fascist). Wat aanleiding werd tot strubbelingen tussen bestuur en directeur Van Aalst welke zover gingen dat op de wederoprichtingsvergadering van "De Volksstem" de bespreking "Directeur" als punt één op de agenda voorkwam. De directeur had voor deze vergadering geen uitnodiging gekregen en is niet meer benoemd.
Z'n grote schare kinderen, welke zo aan directeur Van Aalst gehecht is, wenst echter bij hem te blijven, zodat binnen zeer korte tijd weer een van de mooie zang- en kinderspelen zullen kunnen worden opgevoerd van het kinderkoor "De Kleine Stem"."
Hierop reageert op 22 oktober 1945 het echte bestuur van "De Kleine Stem". Het bericht wordt echter ingekort door de redactie van de krant. Verder blijkt dat in plaats van Leendert van Aalst de heer S. Metz benoemd is tot directeur van "De Volksstem" en "De Kleine Stem".
"Naar aanleiding van een artikel in dit blad van hen die zich noemen het bestuur van "De Kleine Stem", schrijft het oude bestuur van "De Kleine Stem" ons o.a.:
"Op advies van ons Hoofdbestuur hebben wij in het begin van de bezetting "De Volksstem" met haar onderafdeling "De Kleine Stem" ontbonden De heer Van Aalst kantte zich tegen dit laatste. Hij ontving echter elke week zijn salaris, waarmee eerst werd opgehouden toen hij zonder het bestuur er in te kennen zich in verbinding stelde met de Procureur Generaal te Leeuwarden. Door hem werd toen weer een kinderzangschool opgericht genaamd "De Jonge Zangers" later genoemd "De Kleine Stem".
In verband met dit nieuwe koor vroeg hij het bestuur om diverse goederen. Deze werden geweigerd. Daarop kwam een brief van Van Aalst die zich met de politie in verbinding had gesteld en dreigde deze goederen in beslag te laten nemen. Onder deze pressie kreeg hij de goederen. Naar aanleiding van deze feiten werd op de heroprichtingvergadering besloten Van Aalst niet te handhaven."
Van Aalst en zijn bestuur hebben uiteindelijk gekozen voor een nieuwe naam van hun koor namelijk "De Jonge Zangers". Op 7 april 1946 geven zij als koor de jaarlijkse uitvoering en gelet op de maand waarin dit gebeurt beschouwen zij zich als de voortzetting van "De Kleine Stem". Daarnaast blijft het kinderkoor "De Kleine Stem" bestaan onder het oude bestuur.
Dan laait het geschil weer op in juli 1947 zoals blijkt uit onderstaand ingezonden.
"KINDERVREUGD EN KINDERLEED. Zaterdag zijn plm. 100 kinderen van het kinderkoor "De Kleine Stem" voor een week er op uitgetrokken om vacantie elders door te brengen. Kindervreugd in de ware zin des woords. Wekenlang is er gewacht op dit moment en de kinderharten hebben gepopeld naar datgene wat hun deze week zal brengen.
Velen zullen er bij zijn, die nog nooit het genot van een dergelijk uitstapje hebben beleefd en deze zullen met duizend herinneringen weer terugkeren. Vreugde bij de kinderen en niet minder bij de ouders, die delen in het geluk van hun kinderen. Want is het niet zo, dat wij als ouders meeleven in zulke ontspanningen voor de kinderen?
Ook een 100 tal andere kinderen, zou dezer dagen een reisje maken en ook een week ontspanning vinden bij liefdevolle pleegouders. Alles was reeds in orde gemaakt en het wachten was op het moment dat de trein het station Assen zou verlaten om hen naar Alkmaar te brengen. Totdat een dezer dagen de vreugde veranderde in teleurstelling, want de reis kon niet doorgaan.
Kon niet doorgaan, omdat zij, "De Jonge Zangers" van Van Aalst - men kent de voorgeschiedenis van deze zaak - niet zijn aangesloten bij de Bond van Koren, of hoe die instelling ook mag heten.
Kan niet doorgaan, omdat grote mensen elkaar niet begrijpen en een zodanige sfeer hebben geschapen, dat er nu een wrijving is, waarvan nu een l00 tal kinderen de dupe worden.
Kinderleed! Waarom? Waarom moeten nu deze kinderen afzien van de reis naar Alkmaar? Was hier geen oplossing te vinden geweest? Was er geen middenweg te bewandelen geweest om toch het kind datgene te geven, wat het zo gaarne wilde hebben? Waar de schuldvraag ligt, wil ik in het midden laten, ik laat het gaarne aan anderen over hierover te discussiëren. Het gaat mij alleen maar om die stakkers van kinderen, die van deze reis verstoken blijven. Wat een tweespalt moet er nu al tussen deze kinderen komen! Wat een afgunst zal dit wekken! Ik besluit met hen, die deze reizen organiseren vriendelijk te vragen of zij kindervrienden in de toekomst dergelijke teleurstellingen willen besparen! J. Linker, Langedijk 40, Assen.
In dezelfde krant een reactie op dit artikel van het bestuur van "De Jonge Zangers" bij monde van de secretaris de heer J. Koops van 't Jagt, Talmastraat 36, Assen.
KINDERVREUGD EN KINDERLEED. De heer Linker heeft de vraag gesteld wat de oorzaak is van de onderlinge twist van grote mensen waardoor zoveel kinderen thans weer gedupeerd worden en de heer Van Aalst, directeur van "De Jonge Zangers" weer met zoveel smaad overladen wordt.
Het bestuur van "De Volksstem" en "De Kleine Stem" heeft in zijn midden leden, die alles door een zwarte bril zien en daardoor veel leed kunnen veroorzaken.
De kwestie Van Aalst - Bestuur "Volksstem" en "Kleine Stem", waarvan de heer Van Aalst ongeveer 30 jaar directeur was, is de volgende.
Tijdens de bezetting nam het hoofdbestuur van Arbeiders Zangkoren het besluit de organisatie te ontbinden: dit gold zowel voor grote koren als voor kinderkoren.
De heer Van Aalst - we kennen hem, zijn natuur en zijn liefde voor kinderen - kon node hieraan voldoen, hij kon niet buiten zijn schare zangertjes (dit gevoel kunnen zwartkijkers en -denkers niet begrijpen. De heer Van Aalst hield zijn kinderschare (kinderen van diverse pluimage) bijeen, met geen andere bedoeling dan deze kleuters te behoeden voor verruwing in de bange bezettingstijd.
Na de bezetting kreeg ondergetekende een convocatie thuis voor wederoprichting van bovengenoemde zangvereniging. Ter vergadering nam de voorzitter, de heer Bodenstaff het woord en toen verwachtte ik dat punt één van de agenda behandeld zou worden, maar in plaats hiervan werd een felle aanval gedaan op de heer Van Aalst, die volgens mijn mening niet door de beugel kon. Ik stelde de vraag of de heer Van Aalst ook uitgenodigd was ter vergadering te komen om zich te kunnen verdedigen, doch dit was niet gebeurd en was ook niet nodig volgens de voorzitter, zodat hij mijn bedoeling niet begreep. Ik wilde namelijk beide partijen horen, en het geschil trachten op te lossen. Het groepje mensen dat aanwezig was wist natuurlijk al wat er zou gaan gebeuren de heer Van Aalst moest weg, wat dan ook is gebeurd.
Bij de rondvraag stelde ik de vraag hoe de mening van het bestuur was over de houding van de heer Van Aalst in de bezettingstijd; of hij zijn werk in het belang van de kinderen had gedaan of in het belang van hemzelf. Het bestuur in zijn geheel wenste mij daar geen antwoord op te geven....alleen de heer A. Scheltes (secretaris), had de moed te zeggen dat de heer Van Aalst in het belang van de kinderen had gehandeld. Dit is ook de overtuiging van allen die de heer Van Aalst van nabij kennen.
Er zou nog veel meer over minderwaardige methodes, over onderling gekrakeel in het licht gesteld kunnen worden, maar dat doet aan de zaak zelf niets af. Alleen een afkeurend woord wil ik hier laten horen over grote en toch zulke hele kleine mensen, die door hun gekrakeel zoveel leed storten in de hartjes van de gedupeerde kinderen. J. Koops van 't Jagt, Talmastraat 36, Assen.
In dezelfde krant ook een ingezonden van mevrouw Hulshof namens ongeveer honderd moeders.
Zaterdag a.s. zouden ruim 150 kinderen van 't Kinderkoor "De Jonge Zangers" onder leiding van hun geliefde directeur en kindervriend de heer L. v. Aalst voor 't eerst na 5 bange en zorgvolle oorlogsjaren, 4 dagen aan strand en zee gezondheid, nieuwe levenslust en kracht gaan opdoen. Maandenlange voorbereiding van het bestuur, wekenlange voorbereiding van plm. honderd moeders om alles zo netjes mogelijk voor elkaar te krijgen en, zo nodig, van een klein en schamel weekloon, nog enkele nieuwe dingen aan te schaffen, om hun kinderen, arbeiderskinderen, die al vaak veel moeten missen, met trotse en blijde gezichten vier prettige, onbezorgde dagen te doen genieten, die door een dapper bestuur werden aangeboden.
Dagenlang vreugde en spanning van de kleuters, dat 't hoogtepunt had bereikt toen de tijd eindelijk aangebroken was. Dan plotseling het bericht het gaat niet door.
Een bericht dat niet minder fatale gevolgen had, dan een zware bom in oorlogstijd die ergens insloeg.
Grote mensen die nu met 100 andere kinderen uit zijn, beseft gij wat gij gebroken hebt in de kinderziel? Enkel door een paar geschreven woorden, door een oude vete tussen ouderen? 150 verdrietige kinderen en een in de war geschopte organisatie.
Moogt gij, nu gij door een weekje uit, tot rust gekomen zijt, uwe gedachten en Uwe daden een goede wending laten nemen om alsnog 150 kinderen te laten genieten om ook die te geven wat hun toekomt, gelijk de Uwe. U dankend voor de plaatsruimte. Uit naam van plm. honderd moeders. C. E. Hulshof, Loonerstraat 28.
Ongeveer een week later volgt een ingezonden van het bestuur van "De Volksstem" en "De Kleine Stem". Waarna de redactie de discussie sluit.
De kwestie Van Aalst - De Volksstem en De Kleine Stem is in grote lijnen de volgende:
Toen in bezettingstijd onze socialistische zangkoren, in overleg met het hoofdbestuur van de Bond van Arbeiders Zangverenigingen in Nederland (waarvan beide bovengenoemde koren lid waren) zouden verdwijnen, is hiertoe met grote meerderheid, ook in onze afdeling besloten. Ook Van Aalst was het hiermede eens. Nadien kwam het bestuur nog geregeld bijeen, om voeling met elkander te houden. Ook Van Aalst was hierbij aanwezig. Toen dan Van Aalst ons bestuur verzocht even bij hem aan te komen, en onze voorzitter hieraan gevolg gaf, deed Van Aalst hem de mededeling, dat hij een kinderzangschool mocht gaan organiseren. Dit, nadat er de vorige avond nog een bestuursvergadering was gehouden, waar ook Van Aalst aanwezig was, en waar hij geen bekendheid heeft gegeven, dat hij alreeds met Leeuwarden (Cultuurkamer) in correspondentie was. Dit was lijnrecht in strijd met het besluit waarom onze koren waren verdwenen. Juist, om niet met de Cultuurkamer in aanraking te kunnen komen, waren we ter ruste gegaan. Vanaf dien tijd is dan ook onze omgang met Van Aalst verbroken. Was het nu maar bij dit ene feit gebleven, allicht hadden we dan nu anders tegenover elkaar gestaan. Doch er is nadien meer gebeurd.
"De Kleine Stem" was in het bezit van attributen en kledingstukken die op de jaarlijkse uitvoeringen werden gebruikt. Deze hadden we laten verdwijnen, evenals onze kas, waar we konden aantonen, dat er een tekort was, toen van de Cultuurkamer controle werd uitgeoefend. Van Aalst had echter ook in Norg een kinderkoor onder zijn leiding. Op de uitvoering die hij in dien tijd met dat koor zou geven, had hij enige van deze dingen nodig. Hij heeft ons hierom gevraag, doch dit is geweigerd.
Van Aalst hierover in woede ontstoken heeft ons toen een brief geschreven, waarin hij ons meedeelde, dat hij de politie er mede in kennis had gesteld. Enige bestuursleden hebben hem toen gesproken, en naar aanleiding daarvan deelde hij ons mede, dat hij persoonlijk naar het bureau was geweest, om het een paar dagen op te schorten, terwijl hij enige regels verder schrijft, dat, mocht het niet baten, hij dan zijn gerechtelijke maatregelen zou nemen.
Om nu niet de kans te lopen, dat onze bestuursleden de dupe zouden worden, hebben we alsnog aan zijn verzoek voldaan. Tot heden mochten we het nog niet terug ontvangen. Toen na de bevrijding, op 25 mei 1945, onze vereniging weer is heropgericht, hebben we besloten om een andere dirigent te benoemen, omdat we niet willen zingen onder leiding van iemand, die ons in bezettingstijd gedreigd had met de politie.
Om nu de heer Koops van 't Jagt even te antwoorden, wil ik dit zeggen. Ik had er geen moed voor nodig, om mijn mening te zeggen, doch heb het wel enigszins anders naar voren gebracht. Ik heb gezegd, dat mijn persoonlijke mening was (en nog is), dat Van Aalst het niet om eigen voordeel had gedaan; doch omdat hij niet buiten zijn kinderen kon. Dit neemt echter niet weg, dat ik het niet met hem eens was, doch dat hij zich, volgens mij, in onze rijen onmogelijk had gemaakt. Evengoed als zovele van onze mensen offers hebben moeten brengen (en welke) had ook Van Aalst zich dit offer moeten getroosten. Hij heeft getoond, toen het er op aankwam om leiding te geven, hierin volkomen te falen.
En nu de vraag, waarom zijn Kinderkoor niet naar Alkmaar kon gaan. Hij heeft getracht, onder de naam "De Kleine Stem" in Alkmaar inkwartiering te krijgen bij de Alkmaarse Bestuurdersbond en de Partij van de Arbeid. Meer wil ik hier voorlopig niet van zeggen. Degene, die hier volledige inlichtingen kan verschaffen, is Van Aalst zelf. Laat hij de brief die hij uit Alkmaar heeft ontvangen op 13 Juli 1947 en welke is ondertekend door de voorzitter van de commissie die is samengesteld door de Alkmaarse Bestuurdersbond en de Partij van de Arbeid, de heer C. Couwenhoven, N. G. Piersonstraat 4, Alkmaar, onverkort in de krant laten opnemen, dan zijn alle belangstellenden ingelicht. Een afschrift van deze brief is in het bezit van "De Kleine Stem". U nogmaals dankend voor de verleende plaatsruimte, namens het bestuur: A. Scheltes, secretaris "Volkstem" en " Kleine Stem".
Tot zover dit geschil. U kunt het hele boekje nalezen via deze link.
HOME