Onderstaand een recensie uit de Asser Courant van 23 december
1920 van genoemd concert. Louis Somer was toen 19 jaar.
Met zeer veel belangstelling heb ik het concert van onzen
jeudigen stadgenoot Louis Somer en den heer Eduard van Beinum
tegemoet gezien. Vooral ook omdat ik de studie van eerstgenoemde
enigszins heb kunnen volgen, zijn talent heb kunnen zien
ontkiemen en groeien.
Het met zorg gekozen programma gaf ons de gelegenheid de
resultaten dezer studie te beoordelen en over het geheel genomen
kunnen deze zeer bevredigend genoemd worden.
Naar ik vernam, bespeelde de heer Somer een "Guarnerie", die hem
in bruikleen is afgestaan. Hoewel dit instrument goede
kwaliteiten bezit, kwam het mij voor dat de toon, wart de e snaar
betreft, wat dun en vlak is, terwijl de d snaar te weinig
sonoriteit heeft. In het concert van Mendelssohn kwamen daardoor
enkele passages *vooral de stijgende triool figuren) niet
voldoende tot hun recht. Gedeeltelijk kan dit ook aan het wat al
te snelle tempo geweten worden.
In technisch kunnen heeft de heer Somer reeds een zeer
respectabele hoogte bereikt. Zijne opvatting is beslist muzikaal.
wat meer zelfbeheersing en bezonkenheid zullen zijn spel tot
volle rijpheid brengen en er het echte artistiek cachet aan
geven.
De sonate van Tartini werd goed in stijl weergegeven.
Het beste was de violist echter op dreef in de heerlijke sonate
van Franck. In dit prachtwerk gaf de jonge kunstenaar zooveel
goeds te hooren, dat men met recht groote verwachtingen voor de
toekomst mag koesteren.
Na het concert van Mendelssohn werd er met zoveel enthousiasme
geapplaudisseerd, dat de violist daarin aanleiding vond nog een
Gavotte van Bach ten beste te geven.
Bij voortgezette studie zal Somer zeker een sierraad onder de
Nederlandsche violisten worden. Van harte zij hem een volkomen
succes toegewenscht.
De heer Eduard van Beinum kunnen wij als één der
ernstigste onzer jonge klavierspelers beschouwen. Hij is in het
bezit van een zeer degelijk ontwikkelde techniek en ga blijken
van diep doordrongen te zijn in het wezen der werken die hij
weergaf, en hij weet aan zijn reproductiën een type te
geven.
Op heldere wijze werd Praeludium en Fuga van Bach voor de
hoorders duidelijk gemaakt. In de Fantasie d mineur van Mozart
troffen de zuivere stijl en de fijne dynamische
scharkeringen.
Het stemmingsvolle La Cathédrale englentie dat in de
plaats van Scarlatti's Sonate werd gespeeld, kwam door het zeer
subtiele touche tot zijn volste recht. Zoo gespeeld, geeft
Debussy's werk een superieure genieting.
Ook de werken van Frank viel een uitstekende vertolking ten
deel.
Met een pianist als van Beinum aan den vleugel, kan ieder solist
zeker van zijn succes zijn.
Met geestdriftig applaus werden tenslotte de jonge kunstenaars
voor hunne zeer hoogstaande prestaties beloond.
F. BICKNESSE.
Ein
Künstler der unsere Beachtung verdient und mit Recht starken
Beifall fand.
Stuttgarter Tageblatt.
In Beethoven's Violinkonzert lernte man L. Somer als einen sehr
tüchtigen beachtenswerten Geiger kennen mit schönen
tragfâhigem Ton, ausdruckvoller Kantilene und einer
technischen Fertigkeit die dem jongen Künstler eine Zukunft
verspricht.
Stuttgarter Zeitung.
Louis Somer spielte das Violinkonzert in D dur mit einer
Sïcherheit und tonlichen Gestaltung die jedem Konzertsaal
zur Ehre gereichen würde.
Rundfunk-Woche Stuttgart.
Nous avons particulièrement remarqué un concerto
pour violon, fort bien joué par M. Louis Somer
Darius Milhaud in "Le Jour" Paris.
Somer's violistische techniek vindt in zeer mooie en heel
muzikale toonvorming wel haar hoogtepunt. Alg. Handelsblad
A'dam.
Somer speelt voortreffelijk viool. Beide kunstenaars zijn
menschen om succes te hebben, ze moeten zich een naam verwerven
als ensemble, ze verdienen het.
L. M. G. Arntzenius in "De Telegraaf" A'dam.
Ruim voldoende om den goeden musiceergeest van den begaafden
violist te onderkennen die aangemoedigd door een talrijk en warm
gestemd publiek, voor zijn kunst belangstelling wekte en die ook
met succes gaande kon houden.
Nieuwe Rott. Crt.
Hij heeft een zeer gave stokbeheersching, en produceert een
mooie, warme viooltoon. Hij heeft een respectabele techniek en
een muzikale intuitie, welke hem de weg wijst in uiteenloopende
stijlen. Hij heeft het ware violistische temperament.
Paul F. Sanders in Het Volk".
Louis Somer bezit een positief gunstige dispositie als violist.
Niet alleen dat z'n techniek links en rechts voortreffelijk
ontwikkeld is, maar ook de toonvorming is klankrijk en solied;
hij heeft bovendien een zeer goed inzicht in de dynamiek en
behoudt een mooie goed geziene verdeeling in den opbouw.
Theo v. d. Bijl in "De Tijd".
Hij heeft van nature den solistenaanleg. Somer is een solist die
de muziek spontaan aanvoelt en het publiek weet te boeien.
Prov. Gron. Crt.
Als een wonder van gedragenheid klonk het middendeel met z'n
verrukkelijke cantilene, Maar ook in de beide hoekdeelen was het
een spel van melodische frischheid, kristallen klaarheid en
fonkelenden glans.
Leeuwarder Courant.
In Bach's Ciaconna toonde allereerst Somer zich een meester op
z'n instrument. Het was virtuoos in Nin's stuk, het werd brandend
in Bartok's Rapsodie en het was tenslotte verheven in Franck's
Sonate.
Hugo Godron in de "Gooi en Eemlander".
Dit is een hoog plan want Louis Somer is een violist van
beteekenis en een musicus van voornamen geest.
Nw. Buss. Courant.
Groot was de indruk die de sonate van Brahms achterliet,
overtuigend van waarachtig onaanvechtbaar meesterschap.
Frans Hasselaar in de Buss. Courant.
Aanvragen voor Concerten te richten aan
LOUIS SOMER - ZWARTEWEG 70 - BUSSUM
of aan de
CENTRALE KUNSTORGANISATIE
RUYSDAELSTRAAT 53 - AMSTERDAM
Veel waardering voor hem als musicus en
vooral als collega. 1)
Met een zinspeling op de naam Somer heeft mr. R. A. VOS
gisteravond in een bijeenkomst in de Harmonie de eerste
concertmeester van de GOV ten afscheid Shakespeare geciteerd waar
deze zegt, dat de termijn van de Zomer eigenlijk te kort is. Al
de jaren sinds 1946 - dat Louis Somer het orkest diende, zijn te
snel vergleden. Al het mooie, al wat goed is verdwijnt snel. Maar
wij moeten dankbaar zijn voor de volle Zomer die ons geschonken
werd, aldus spreker.
Mr. Vos sprak uit naam van de voorzitter van het GOV-bestuur, dr.
A. M. H. Schepman, die wegens ziekte verhinderd was. GOV-bestuur,
dirigent, orkestleden en een aantal genodigden, kwamen na het
concert van gisteravond in de koffiekamer bijeen om afscheid te
nemen van de eerste concertmeester Louis Somer. Mr. Vos noemde
Somer een zeer bijzonder en talentvol musicus, die op heel jonge
leeftijd als violist al furore maakte. Op vele podia liet hij
zijn viool klinken. Niet alleen van zijn kunstenaarschap als
violist straalde iets op de GOV af, maar eveneens als componist,
in het bijzonder door de toekenning enkele jaren geleden van de
culturele prijs der provincie Groningen.
Iedereen weet hoe Louis Somer ziekte en tegenslag niet bespaard
zijn gebleven, zo besloot mr. Vos. Dat hij desondanks de kracht
heeft gevonden te doen wat zijn muzikale hart hem ingaf, noopt
anderen tot gevoelens van grote bewondering en dankbaarheid.
Namens het GOV-bestuur overhandigde mr. Vos de scheidende
concertmeester een aantal grammofoonopnamen van kwartetten van
Mozart, die de kamermusicus in Louis Somer zeker na aan het hart
zullen liggen.
Veel geleerd.
In zijn dankwoord wees Somer erop, zijn werk als componist niet
als een verdienste te beschouwen, omdat verplicht is zijn
talenten niet onder de korenmaat te stellen - ook al meende hij
zijn eigen talenten als niets beduidend te moeten aanmerken. Hij
was overigens dankbaar iets waardevols aan de mensen te hebben
mogen overbrengen. 'Ik heb hier enorm veel geleerd, vooral als
musicus', zo merkte hij nog op. Somer hoopte na dit afscheid nog
veel kamermuziek te kunnen spelen en zo nu en dan eens een stukje
muziek in elkaar te zetten.
De dirigent Jan van Epenhuysen schetste de invloed die zijn
eerste concertmeester op het orkest heeft gehad. Hij sprak over
de ruimte welke Somer de muziek in de GOV steeds gaf. 'Jij zult
de muziek niet verliezen wanneer je dit baantje verliest. Heb
vertrouwen in de bodem die je in je hebt, aldus de
dirigent.
Somer prees hierna op zijn beurt Jan van Epenhuysen om de durf
die deze op zijn orkest had overgebracht de meeste noviteiten te
brengen van het hele land. De heer J. Cantor, zakelijk leider van
de GOV, vertelde hoe grote ontsteltenis het bericht van Somers
vertrek teweeg had gebracht.
Moelijk vervangbaar.
Simon Kooiman, solo fluitist, vertolkte de gevoelens van de
orkestleden, dat het voor de nieuw te benoemen concertmeester
bijzonder moeilijk zal zijn Somer als musicus en vooral ook als
collega waardig te vervangen. In soortgelijke bewoordingen uitte
zich ook de bassist George Kerstholt. Namens de orkestleden
overhandigde Kooiman een kostbaar boekwerk.
De scheidende concertmeester dacht met grote dankbaarheid terug
aan de prachtige verhouding tussen de orkest leden, die hij bijna
uniek voor Nederland noemde, omdat er nooit plaats was voor
afgunst en nijd. Wel zei hij zich jaren geërgerd te hebben
aan de manier van kritiek leveren, een kritiek zonder enig
respect, waarbij geen rekening werd gehouden met de moeilijkheden
van het podium. 'Dat is hier de dissonant in deze stad', aldus
Somer.
Mevrouw Somer deelde in de afscheidshulde en ontving bloemen van
het GOV bestuur en van de leden van het orkest.
Leven gewijd aan muziek der klassieken Met a tonale
muziek houd ik mij niet op; ik wil mezelf blijven. 2)
Assen - Voor zijn huis aan de Rijksstraatweg te Haren klinkt het
ritme van het moderne verkeer. Voorbij zoevende auto's en
voortrazende vrachtwagens veroorzaken een heidens kabaal en
symboliseren de cadans van het jachtige leven. Louis Somer die op
nummer 84 woont slaakt de verzuchting dat hij een stil een mooi
plekje op de hei verre zou prefereren boven de veste die hij nu
aan deze grote verkeersverbinding Noor Zuid heeft betrokken. 'Ik
kan er niet van werken,' zegt deze fijn gevoelige musicus, 'ik
zou de stilte verkiezen.' 'Zouden al die geluiden u niet kunnen
inspireren?' 'Misschien, maar dan zou ik a tonale muziek moeten
maken en daarmee houd ik mij niet op.'
Assenaar van geboorte.
Eigenlijk zaten wij daarmede midden in het onderwerp, dat wij
tijdens een kort gesprek met de heer Somer aansneden: zijn eigen
werk, zijn vertrouwen in en zijn gevoel voor de grote muzikale
genieën, wier werk aan geen tijd gebonden is en de moderne
avant gardistische muziek, waarvan de voormalige eerste
concertmeester van de Groninger Orkest Vereniging een ingeroeste
afkeer heeft. Louis Somer hoopt zaterdag de zestigjarige leeftijd
te bereiken en ofschoon hij zich goeddeels uit de muzikale wereld
heeft teruggetrokken, meenden wij, dat, gezien zijn
carrière als solistisch violist, als concertmeester, als
componist, gezien ook dat hij, Assenaar van geboorte, een van de
onzen is, hij wel eens opnieuw in het licht van de openbaarheid
mocht worden gesteld.
Familie.
Louis Somer werd dus zestig jaar geleden in Assen geboren, als
zoon van de koperslager Gerke Somer, die nog niet zo lang geleden
op zeer hoge leeftijd is overleden. Hij is een broer van Johannes
Somer. Een van de bekende figuren op ons stadhuis en van dr. Jan
Somer, die van zich heeft doen spreken als hoofd van de
Nederlandse Inlichtingendienst in Londen tijdens de jongste
oorlog. Louis Somer heeft zijn leven gewijd aan de muziek. Het is
nog alles muziek om hem heen. Zijn onafscheidelijke viool staat
altijd onder zijn bereik, een grote vleugel stoffeert zijn
gezellige woning in Haren en dan zijn er nog zijn dochter,
mevrouw Ilona Manger Somer, die zingt en zijn zoon Aldo, die
dirigent wil worden en nu studeert bij Alfred Salten in
Leeuwarden. Hij heeft zijn eerste verdiensten op dit gebied reeds
behaald als leider van enkele koren. 'Hij is bovendien mijn
collega', zegt zijn vader, 'hij is ook leraar aan het Groninger
Muzieklyceum'.
Het probleem van de moderne muziek laat ons in dit gesprek niet
los. Louis Somer heeft er maar weinig goede woorden voor:
'Eigenlijk,' zegt hij 'heeft de a tonale muziek maar heel weinig
met muziek als kunstuiting te maken. De a tonale muziek is zuiver
cerebraal en dat is een basis, die eigenlijk faliekant in strijd
is met het wezen der muziek.
Deze moderne muziek gaat te zeer uit dus van 't verstandelijke en
niet vanuit de intuïtie en de inspiratie. Aan de twaalftoons
muziek van Schönberg en zijn volgelingen ligt de techniek
ten grondslag, hoe anders is dat bij Mozart en Bach. Ik ben er
wel van overtuigd, dat er een nieuwe vorm van muziek moet komen,
maar ik zal daaraan niet meedoen zolang deze te zeer
verstandelijk en te beredeneerd is. Ik wil graag mezelf blijven,
daarom experimenteer ik niet. Ik zou er niet aan mee kunnen doen,
want dan zou ik me moeten forceren en iets moeten opbrengen, dat
tegen het esthetische principe is dat ik huidig'.
Ik wil mezelf blijven. Zichzelf is Louis Somer als hij zijn viool
opneemt en speelt, de klassieken, de geniale.
Schönberg uitgefloten.
Er is ook veel jeugd, die niet gegrepen wordt door de moderne
stroming voert de heer Somer aan. Dat is voor deze vertolker en
schepper van muziek een bewijs, dat de ware nieuwe, eigentijdse
muziek er nog niet is. Met deze eigentijdse muziek heeft de heer
Somer niet bijvoorbeeld de muziek van een Bela Bartok, waarvoor
hij wel waardering heeft, op het oog.
Zijn uitspraak, dat lang niet alle jongeren gegrepen zijn door
het nieuwe, dat zich in deze, in hun tijd in de muziek openbaart
illustreert Somer, met te wijzen op de manier, waarop het
optreden van het Danzj-kwintet indertijd in Groningen is
ontvangen. Het bracht een werk van Schönberg en het werd
door de aanwezige jongeren uitgefloten. Ondanks zijn mening over
dit alles wil de heer Somer graag veronderstellen, dat de moderne
componisten ofschoon hij ze niet begrijpt, wel te goeder trouw
zijn. ,Wellicht is het zo,' zegt hij, 'dat de moderne muziek zich
thans nog te veel bevindt in een experimenteel stadium, dat
parallel loopt aan de techniek, waarop zij veelal is gebaseerd.
Er wordt op technisch gebied veel gepresteerd, maar de volledige
voltooiing van die prestaties hebben wij nog niet bereikt".
Componist.
Louis Somer, die in 1954 de door de Provinciale Staten van
Groningen ingestelde Culturele Prijs kreeg toegekend als
scheppend kunstenaar, houdt zich aan Mozart en Bach en de vele
anderen wier patroon met de groten overeenstemt. Hij heeft veel
van hun werken gespeeld als solist bij de Groninger Orkest
Vereniging en het Concertgebouworkest. Hij bewaart z'n schoonste
herinneringen aan 'n optreden met de Philharmonie in Stuttgart
onder Leo Blech, van de Staatsopera te Berlijn. Hij heeft ook
veel kwartet gespeeld met Stoetzer, Blom en Kuter. Hij heeft
voorts zelf veel gecomponeerd een vioolsonate, een pianotrio en
declamatoria, zoals 'Novemberland' op een gedicht van de
Groninger dichter Koos Schuur (speciaal hieraan dankt hij de
Culturele Prijs) en 'Mien dörp is dood' van Jan Boer. Er is
een orkestwerk van hem uitgevoerd door Van Otterloo voor de
radio.
Nog vult Louis Somer zijn dagen met muziek, met zelf musiceren en
met componeren, maar, en daarmede komen wij terug op het
uitgangspunt van ons gesprek, hij zou de stilte prefereren, boven
het diabolische lawaai, dat het moderne verkeer voor zijn deur
aan de Rijksstraatweg te Haren maakt. Met weemoed denkt hij terug
aan zijn vroegere woning aan het Paterswoldse meer, waar de
stilte en de rust, die een componist zo nodig heeft als hij
werkt, het zesde zintuig, waarmee hij begiftigd schijnt, niet
storen.
De biografie van een musicus schrijft men allicht niet in
jaartallen, maar zij horen toch bij hem, als men iets over hem
wil gaan vertellen in verband met het feit, dat hij zaterdag 60
jaar hoopt te worden.
Louis Somer werd op 13 mei 1901 in Assen geboren. Zijn eerste
muzikale opleiding ontving hij aan de Groninger Muziekschool.
Zijn eerste compositie 'Pan les Nymphes' beleefde haar eerste
uitvoering door de GOV, onder leiding van Kor
Kuiler. Zijn werkelijke muzikale vorming ontving
Louis Somer aan het Amsterdams Conservatorium. Voor de voltooiing
van zijn studie ging hij naar Duitsland om zich daar onder
leiding te stellen van de beroemde vioolpedagoog prof. Bram
Eldering. Ook bij Lucien Capet in Parijs is hij in de leer
geweest.
Nog een paar belangrijke jaartallen: 1927 concertmeester te
Stuttgart. Daarna concertmeester van het KRO-orkest en in 1946 de
GOV.
Dirigent: Edouard van Remoortel 3)
Er is een tijd geweest, dat men de eerste symfonie van Beethoven
beschouwde als het werk van een meester, die zichzelf nog niet
geheel gevonden had. Het stuk zou nog te veel in de ban van Haydn
en Mozart liggen en het zou door latere symfonieën verre
worden overtroffen. Men kan dit met recht betwijfelen, want
hoewel deze eerste in haar uiterlijke verschijningsvorm
overeenkomt met het werk van oudere tijdgenoten, draagt zij toch
wel zo sterk het geestesmerk van Beethoven, dat iemand die het
nooit eerder gehoord had, maar overigens goed bekend zou zijn met
de Weense classici, geen ogenblik zou weifelen. Het is een
zuivere Beethoven, die ik nog altijd prefereer boven de
'Negende'.
De Belgische gastdirigent Edouard van Remoortel speelde hem
gelukkig ook als een Beethoven en niet, zoals dikwijls gebeurt,
â la Mozart of Haydn. Van Remoortel is het type van de
moderne dirigent, sober in zijn gebaren maar punctueel en
volkomen ondubbelzinnig. Deze eerste symfonie kreeg onder zijn
handen een heldere structuur en een blijmoedige maar mannelijke
allure.
Dat hij nog meer pijlen op de boog had bleek in de Rhapsodie
Espagnole van Ravel Dit grillige en in alle opzichten moeilijke
werk dirigeerde hij voortreffelijk en ook nu weer was een grote
klaarheid de meest opvallende eigenschap. Het orkest liet hem
geen ogenblik in de steek. Ravel vraagt een grote virtuositeit
van alle instrumenten en deze Rhapsodie in het bijzonder wordt
als toetsteen voor een orkest beschouwd.
Dat de GOV. deze vuurproef glansrijk wist te doorstaan stempelt
haar tot een eersterangs ensemble.
Ravel is de grote Franse meester der instrumentatie en in dit
opzicht de evenknie van de Oostenrijker Richard Strausz. Maar
zijn muziek zal zich waarschijnlijk langer weten te
handhaven.
Louis Somer, de concertmeester van de G.O.V. trad als solist op
en hij had zeker niet de weg van de minste weerstand gekozen door
met de Tzigane van Ravel en de Havanaise van Saint-Saens voor het
voetlicht te komen.
De Tzigane is een razend moeilijk werk, volgeladen met vrijwel
alle technische kunstgrepen die voor de viool te bedenken zijn,
maar daarenboven een brok echte, levende muziek. De solist moet
dus een volleerd virtuoos en tevens een bekwaam musicus zijn.
Louis Somer is inderdaad allebei. Zijn technisch kunnen stelde
hem in staat alle moeilijkheden te overwinnen en zijn grote
muzikaliteit waarborgde een kunstzinnige vertolking.
Vergeleken bij de Tzigane is de Havanaise van Saint-Saëns
bijna kinderspel, hoewel ook hierin de solist over een groot
vakmanschap moet beschikken.
Louis Somer, die door zijn zware taak als concertmeester weinig
tijd moet hebben voor een grondige voorbereiding voor solistisch
optreden toonde zich gisteravond een rasviolist die door het
stormachtig applaus van de talrijke aanwezigen op de juiste wijze
gewaardeerd werd.
R.J.S.
Het valt in Jan van Epenhuysen te prijzen, dat hij nu en dan
daarvoor in aanmerking komende orkestleden in de gelegenheid
stelt bij de gewone abonnementsconcerten als solist te fungeren.
Bij de eerste blazers, en daardoor is hun taak des te
verantwoordelijker, is het zo, dat zij haast bij elk concert moer
of minder belangrijke solopartijen te vervullen hebben, Men vindt
dit zelfs héél 'gewoon'. In het midden latend of
dit juist is, wordt hiervan als regel maar weinig gewag gemaakt.
Iets anders wordt het, wanneer een orkestlid bij name als solist
genoemd wordt en zijn 'vaste' zitplaats verwisselt voor een
staanplaats vlak bij de dirigent.
In zo'n geval verkeerde nu de soloklarinettist Koos Meekers bh
het 25ste abonnementsconcert der GOV. Bij dit concert had hij
zich tot taak gesteld de solopartij te vervullen in Mozart's
concert voor klarinet in A gr. t.. KV. 622. Voor iemand. die
hiertoe bij machte is, en hieronder mogen wij Koos Meekers
stellig rekenen, moet het een voorrecht zijn in dit zeldzaam
mooie klarinetconcert als solist op te treden. Het is een der
schoonste en gaafste werken, die het genie Mozart in 1791 vlak
voor zijn vroege dood componeerde.
Koos Meekers legde met de vertolking, die muzikaal en technisch
alleszins verantwoord was veel eer in. Het was een voorrecht hem
in dit zo goed als volmaakte werk te volgen. Onder leiding van
Jan van Epenhuysen stond de GOV hem kranig ter zijde. Het gulle
applaus (bovendien kreeg Koos Meekers drie bloemstukken) bewees
wel, dat het publiek met deze hoogstaande vertolking zeer
ingenomen was.
Louis Somer
Na de pauze kregen wij de Symfonische Suite 'Sheherazade' van N.
Rimsky-Korsakoff. Zou in gewone gevallen de keuze van dit
orkestrale pronkstuk minder opvallen, bij dit concert, dat voor
Louis Somer een vroegtijdig afscheid betekende, viel deze keuze
op, omdat hierin onze zéér gewaardeerde eerste
concertmeester nu voor de laatste maal de vioolsolo uitvoerde,
Meermalen hebben wij van Louis Somer deze briljante solopartij
gehoord. Deze keer heeft hij ons echter met zijn expressief
bewogen spel zeer getroffen. Na afloop heeft het publiek op een
grootse wijze Louis Somer gehuldigd. Enkele malen moest de
scheidende concertmeester, en nu met een fraai bloemstuk in
handen, terugkomen om hiervoor te danken. Op sympathieke en
nadrukkelijke wijze betrok hij hierin Jan van Epenhuysen en de
GOV. Hiertoe was ook alle reden. Wat dirigent en orkest in
Rimsky-Korsakoff's Symfonische Suite 'Sheherazade' presteerden,
stond op een hoog plan. De GOV was in dit briljant werk in
topvorm.
De GOV had ter nagedachtenis aan Eduard van Beinum, de attentie
dit concert te beginnen met het Air uit de derde Suite van Joh.
Sebastiaan Bach. Een zinvol en plechtig begin, dat, jammer
genoeg. wat uit de beoogde sfeer viel, doordat het publiek
applaudisseerde toen Jan van Epenhuysen het podium betrad.
WILLEM ZONDERLAND. 4)
Onderstaand een overzicht van de muziekhandschriften van Louis Henri Somer die in het bezit zijn van het Nederlands Muziek Instituut te Den Haag en aldaar gearchiveerd zijn onder muziekmanuscripten GM 364/001 tot en met 364/033. De volgorde van dit archief is aangehouden. Alle werken zijn autograaf.
001 | Ballade voor Piano - Juni 1928 - Aan Jo van Rijn - Partituur -Onvolledig |
002 | Lentemorgen - Partituur |
004 | Quartet voor twee Violen Alt en Cello : Preludio - Intermezzo - Adagio - Allegro(Fuga) - 1936-1938 - Partituur + Partijen |
004a | Muziekmanuscript zonder titel - Allegro molto moderato - Parijen |
005 | Eine singt aus 'Mädchengestalten' von Rainer Maria Rilke für Sopran und Klavier - juni 1962 - Partituur |
006 | Burlesque voor piano en orkest - Schetsen - zie ook 32i-1 |
007 | Novemberland - Paterswolde, 25 Maart 1951; Koos Schuur tekstdichter -Partituur + Partijen |
008 | Kwartet-Satz ± 1963 - Schets |
009 | Pavane Partituur 4 p + fragment = onvolledig |
010 | 2e Strijkkwartet in a, 26 October 1938 -Partituur - Onvolledig (alleen deel 1) |
011a | Muziekmanuscript zonder titel -II Scherzo - 6 Juli 1937 - Partituur 13 p |
011b | Muziekmanuscript zonder titel -III Arietta con Variazioni - Partituur |
011c | Muziekmanuscript zonder titel -1V Finale -Partituur 14 p |
012 | Preludio e Fuga per due Violini, Viola e Violoncello 1938 - Partijen |
013 | Kerstcantate naar het evangelie van Lucas 2 de hoofdstuk de verzen 6 t/m 14 voor gemengd Koor, sopraan (tenor), solo, orgel en blokfluiten - Partituur 33 p + fragmenten |
014 | Divertimento voor fluit, Althobo en fagot; motto: Jorinda a) - Partituur + Partijen |
015 | Mien dörp is dood voor declamatie en strijkkwartet September-December 1957; Jan Boer tekstdichter - Partituur 40 p |
016 | Variatie voor orkest (zonder soli) - Schetsen - Onvolledig |
017 | (2e) Sonatine voor viool en piano - In opdracht van Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen - Manuscript -Partituur 18 p + schetsen |
018 | Sonatine voor viool en piano - In opdracht van Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen - Partituur 17 p |
019 | Passacaglia en Fuga voor orkest 1940-1941 - Maart - October 1940 - Partituur 76 p |
020a | Sonate voor cello en piano - voor Klaas en Coba Kueter 8 Nov. 1941 - Schetsen b) |
020b | Sonate voor Piano en Violoncel - October 1941 - Maart 1942 gecomponeerd voor Coba en Klaas Kueter 2) Partij 9 p. |
021 | Trio voor Piano, Viool en Violoncel 25 Nov 1943 - Schets 27 p |
022 | 5 Voorspelen voor Granida van P.C Hooft Paterswolde October-November 1948 - Partituur 34 p zie ook 031 |
023 | Scéne de Pan et les Nymphes Prélude pour Orchestre par Août 1925 - Décembre 1926 Ä Monsieur Kor Kuiler c) - Groningen, December 1926 - Partituur 33 p |
024 | Concerto per violino e orchestra, Juni 1950 - Juni 1951 - Partituur 74 p + schetsen |
025 | Concertino voor fluit, Hobo, Clarinet en strijkorkest - Paterswolde, 21 Augustus 1948 - Partituur + partij; onvolledig |
026 | Divertimento-Concertante voor fluit, hobo, clarinet, harp en strijkorkest, 1948-1949 - Partituur 48 p |
027a | Agnus Dei - Partituur |
027b | Agnus Dei voor sopraan en orkest - Partituur 12 p |
028 | Concertino - Schetsen - zie ook 025 |
029 | Variaties voor strijkorkest 1936 Partituur 10 p |
030 | Het trotsche prinsesje - Partituur 58 p in 2 delen + fragment + schetsen - 2e bedrijf onvolledig - fragment betreft 'Elfendans' |
031 | Granida - 21 oktober 1947 Partituur + partijen - zie ook 022 |
032a | Himmel auf - Schetsen |
032b | Blijspel-Ouverture - Schets |
032c-1 | roep - Partituur Fragment bevat ook schtsen van 'Dona eis requiem' en 'Wals voor viool en piano?'. |
032c-2 | Dona eis requiem - Schetsen - Bevat ook fragment 'roep' en schets Wals voor viool en piano? |
032c-3 | Muziekmanuscript zonder titel - Schets - Wals voor viool en piano?- Bevat ook fragment 'roep' en schets 'Dona eis requiem' |
032d | Muziekmanuscript zonder titel - Schetsen - Wals voor viool en piano? |
032e | Scherzo-burlesco - Partituur + schets - onvolledig |
032f | Vom Wind getroffen - Partituur + schets - Fragment - Titel in schets: '2 die Frau vor der spiegel' |
032g | Requiem - Schetsen |
032h-1 | Muziekmanuscript zonder titel - vervolg 1e deel pianoconcert - Schetsen p 50-52 |
032h-2 | Pianoconcert finale - Schetsen - Bevat ook schets voor 'Hoboconcert' |
032h-3 | Hoboconcert - 2e deel - Schets - Bevat ook schets van 'Pianoconcert finale' |
032i-1 | Burlesque - vervolg - Schetsen - zie ook 006 - Bevat ook schetsen voor 'Fuga a 4 voce' en 'Strijkkwartet' |
032i-2 | Fuga a 4 voce - Schetsen - Bevat ook schetsen van 'Burlesque' en 'Strijkkwartet' |
032i-3 | Strijkkwartet - Schetsen - Bevat ook schetsen voor 'Fuga a 4 voce' en 'Burlesque' |
032j | Muziekmanuscript zonder titel - Schets |
032k | Muziekmanuscript zonder titel - Schets - Sonatine voor fluit en piano? |
032l | Fluit sonatine - Schetsen |
032m | Muziekmanuscript zonder titel - Schets - wals voor viool en piano? |
032n | Muziekmanuscript zonder titel - Schets - Voor fluit en strijkorkest? |
032o-1 | Muziekmanuscript zonder titel - Schets - Bevat ook schets van 'Celloconcert' |
032o-2 | Celloconcert - Schets - Bevat ook schets voor piano en orkest zonder titel |
032p | Muziekmanuscript zonder titel - november 1926 - Fragment |
033 | das Trunkene Lied - tekstdichter Friedrich Nietsche - 3 mei 1920 |
a) Jorinde is het oudste kleinkind van Louis Henri Somer
b) Klaas Kueter speelde violoncello en viola da gamba en zijn
vrouw Jacoba Kueter-Zwager speelde clavecimbel en piano. Beiden
hebben zich ingezet voor het Friese Orkest en zo voor het Friese
muziekleven
c) Kuiler was ook dirigent van de Groninger Orkestvereniging van
1910 tot 1944.
Orkestmuziek: |
Passacaglia en Fuga 1941 |
Symfonische muziek 1942 - 1943 |
Ouverture Driekoningenavond 1944 - 1945 |
Divertimento concertante voor fluit, hobo, klarinet, harp en strijkorkest 1948- 1949 |
Burleske voor piano en orkest 1950 |
Concert voor viool en orkest 1950 - 1951 - Variatie en finale op een lied van Richard Hol, voor jeugdconcerten: Het lied is 'In een blauw geruite kiel' |
Toneelmuziek bij Granida van P. C. Hooft 1947 - 1948 |
Tussenspelen uit Granida voor orkest 1948 |
Kamermuziek: |
2 Sonatines voor viool en piano |
1 Sonate voor cello en piano |
1 Sonatine voor fluit en piano |
2 Strijkkwartetten |
1 Pianotrio |
Pastorale voor cello en piano |
Pavane voor viool en piano |
6 Liederen voor sopraan en piano op teksten van R. M. Rilke: Zu meiner Flöte die aus Jade ist, voor sopraan, fluit en piano |
Er is een gedicht van Louis Henri Somer dat gaat over de
'Kleine Violist'. Dit zijn vijf gemakkelijke door hem geschreven
stukjes voor viool met pianobegeleiding. Dit stuk komt niet in de
bovenstaande archiefgegevens voor. Een gedrukt exemplaar van de
'Kleine Violist' is in mijn bezit.
Voor bladzijde één van dit gedicht klikt u hier - 743 Kb.
Voor bladzijde twee van dit gedicht klikt u hier - 670 Kb.
In dit gedicht wordt gesproken over geld lenen bij de kolonel. De
kolonel is zijn broer Jan Somer.
1) Uit het Nieuwsblad voor het
Noorden van 17 april 1959.
2) Uit de Provinciaalse Drentsche en Asser
Courant van 10 mei 1961.
3) Bron en datum onbekend.
4) Nieuwsblad voor het Noorden 17 april
1959.
Assen, november 2006
© Somer
HOME