Lodewijk Napoleon verhief Assen tot stad

Goedgemutste koning tekende besluit op 13 maart 1809

foto De Franse omwenteling van 1789, die Napoleon aan het bewind bracht, is het begin geweest van een nieuw tijdperk in de wereldgeschiedenis. Vrijheid, gelijkheid en broederschap heette zij te zullen brengen. Doch onder deze leus werden de grootste gruwelen bedreven. De omstandigheden brachten een man aan het hoofd der regering die het volk slechts een schijn vrijheid liet, de republiek in een keizerrijk veranderde en enige jaren lang aan bijna geheel Europa de wet stelde. Wat Nederland betreft, het bleef slechts in naam onafhankelijk. Steeds nauwer moest het zich aan Frankrijk verbinden om eindelijk, gelukkig voor slechts korte tijd bij het grote rijk te worden ingelijfd. De komst der Fransen werd door een groot deel van het volk met vreugde begroet. Men danste om de vrijheidsbomen. Doch hoe bedroog men zich! De treurige gevolgen van onze aansluiting bij Frankrijk bleven niet uit. Door ramp op ramp werd de nieuwe republiek getroffen. In het land heerste onrust. Lodewijk Bonaparte kwam in wel moeilijke omstandigheden in opdracht van zijn broer, naar Holland. Hoe kon het volk hem anders dan met onverschilligheid en wantrouwen ontvangcn. Het zag in hem het werktuig van Napoleons heerszucht. Niettemin wist de koning de genegenheid zijner onderdanen te verwerven, zowel door zijn streven om hun bellangen te behartigen, als door zijn milddadigheid en menslievendheid.

Bezorgdheid

Teneinde zich zoveel mogelijk met de toestand van het gehele l;and op de hoogte te stellen bewoog de koning zich veel onder het volk. In 1807 ondernam hij een reis door een deel van Noord-Holland, in 1808 een, tocht door Utrecht, Gelderland en Overijsel, waarmee Drenthe was verenigd. Het was in dit jaar dat de oude landschap zou worden bezocht. Van dit voornemen deed de minister van Binnenlandse Zaken de landdrost in Drenthe, mr. P. Hofstede kond, doch het bezoek ging niet door. Dat vond plaats in 1809. In maart van dat jaar kwam het desbetreffende bericht bij de landdrost binnen.
Het is opmerkelijk, dat koning Lodewijk in zijn "Documents historiques" nauwkeurig al zijn reizen in de provinciën van ons land beschrijft, zelfs tot in de kleinste bijzonderheden, doch dat hij daarin van zijn bezoek aan Drenthe met geen woord rept. Het bericht van 's konings komst en van diens voornemen om in maart met zijn gevolg ook in Assen te logeren, werd met grote bezorgdheid ontvangen. Doch de Asser gemeentebetuurders begrepen, dat het bezoek van een vorst van groot gewicht kon zijn voor de ontwikkeling van de plaats en haar omgeving en dat er dus alles aan was gelegen, dat de koning tevreden kon zijn over de ontvangst.

Vlaggen, klokgelui en erebogen

Met de meeste spoed toog men aan de arbeid. In de vergadering van de Asser vroedschap van 4 maart 1809 werd een geheime nota van de landdrost behandeld, waarin deze bepaalde, dat van de gebouwen, molens en schepen, vlaggen moesten worden uitgestoken, verder dat de klokken geluid moesten worden. Ook het oprichten van zoveel moge1ijk erebogen, van groen, was een punt van bespreking. Het gemeentebestuur werd verzocht, de ingezetenen aan te manen zich vooral zindelijk gekleed, de vrouwen zoveel mogelijk in het wit, of van witte schorteldoeken en halsdoeken voorzien, op de passagie van den koning te vertonen, alle met groen of groene takken versierd en door een aanhoudend "Hoezee! Leve de koning!" derzelver vreugde over de heuchelijke komst van den beminden vorst te betonen!" Dit werd bepaald, aangezien men bevreesd was, dat de ingezetenen zich niet naar wens aan de vorst zouden vertonen!
In de nota schrijft de landdrost dat men misschien wel zou doen "eenige geschikte personen onder de menigte te verdeelen, die, hieromtrent goed geinstrueerd, voorgaan en de overigen bij vernieuwing aanzetten om derzelver blijdschap aangaande 's konings bezoek aan den dag te leggen".
Toen de vorst een jaar tevoren een bezoek had aangekondigd, was op verzoek van W. H. Hofstede, J. A. R. Kymmell en G. W. van der Feltz te Assen een "erewacht" geformeerd. Deze was blijven bestaan en dus hadden de heren intussen voldoende tijd gehad om zich te oefenen.
De koning zou logeren in het huis van de landdrost, het latere "gouverneurshotel", Verscheidene kamers van dit gebouw zagen er haveloos uit en vertoonden gescheurde en gelapte behangsels. Doch de beschikbare gelden voor verbetering waren gering. Er was slechts een post van f 50,- disponibel. Men besloot dan ook alleen de eetkamer en de slaapkamer van de vorst te verbeteren. Voor het gevolg van de koning waren 30 kamers bij burgers in het dorp beschikbaar. Voor de paarden werden onderkomens gezocht en gevonden. En zo wachtte men in spanning de komst van de koning af.
Uit de archieven en uit de koninklijke couranten van 17 en 20 maart 1820 blijkt dat de koning op 10 maart Coevorden binnenreed en daar direct de in goede staat verkerende fortificatiën bezichtigde. Nadat hij het bestuur der stad en die der verschillende godsdienstige gezindten had ontvangen, gaf de koning het bevel, tot het doen verbeteren van het kanaal van Coevorden naar de Vecht. Daarna werd de gevangenis geinspecteerd, met het gevolg dat de commandant dezer gevangenis in arrest werd gesteld, omdat hij op de gevangen een slecht toezicht had gehouden. Enige dagen later werd hij uit 's rijks dienst ontslagen. Het weeshuis der hervormden ontving duizend gulden.
De koning vertrok van Coevorden, over Dalen en Erm naar Emmen, waar de hunebedden werden bezichtigd, en vandaar langs Odoorn en Borger naar Gasselte, waar de landdrost en de erewacht uit Assen reeds waren aangekomen. Door deze vergezeld kwam de koning over Rolde in de namiddag van de twaalfde maart te Assen aan.

Dorp van duizend inwoners

Assen telde in die dagen rond duizend inwoners, waarvan er rond zevenhonderd in de kom woonden. Het was een klein dorp, onderdeel van de kerspel Assen, dat behalve het dorpje Assen de vlekjes Witten en Peeloo omvatte. Het kerspel Assen vormde een onderdeel van het schultambt Rolde. Het werd voornamelijk bewoond door de gezinnen van ambtenaren, die er een betrekking bekleedden. Het had geen winkels, geen geneesheren, geen straten en zelfs geen verlichting was aangebracht langs de zich in slechte staat bevindende wegen. Het was nauwelijks in slaat het uit meer dan honderd personen bestaande koninklijke gezelschap te ontvangen.
Nauwelijks was de koning bij de landdrost afgestapt of een koerier bracht hem het bericht dat zijn broer, keizer Napoleon aan de oudste zoon van de koning, prins Lodewijk Napoleon,"de soevereiniteit over de groothertogdommen Berg en Kleef overdroeg onder bepaling, dat bij diens overlijden de soevereiniteit zou overgaan op zijne rechtstreekse natuurlijke en wettige afstammelingen in mannelijke linie, bij recht van eerstgeboorte".
De koning was met deze schenking zeer ingenomen hetgeen blijkt uit de door hem d,d. 12 maart 1809 vanuit Assen naar de Staatsraad te Amsterdam verzonden brief, die, op zijn last, op 15 maart daaraanvolgende in een buitengewone vergadering op het paleis te Amsterdam aan de daar verzamelden werd voorgelezen.
Mr. P. Hofstede wist van de goede stemming des konings een handig gebruik te maken. Het was prachtig weer; Assen zag er op z'n voordeligst uit. De ontvangst door de bevolking scheen de koning uitbundig. Kortom, alles droeg ertoe bij hem zo goed geluimd mogelijk te stemmen. Dit moet ertoe hebben geleid dat hij Assen met weldaden overlaadde.
Op 13 maart 1809 ondertekende de koning een besluit waarbij "uit aanmerking van de aangelegenheid en gelukkige ligging van het dorp Assen in het centrum van het departement Drenthe der vergroting en verbetering waarvoor hetzelve departement vatbaar is, aan het voorzeide dorp Assen de rang van stad wordt verleend op gelijken voet als alle andere steden van het rijk". Voorts werd bepaald, dat het stedelijk bestuur voorlopig zou bestaan uit een burgemeester, twee wethouders, een secretaris en vijf vroedschappen. Benoemd werden: mr. J.H.P van Lier, burgemeester; mr. J.H. Oosting en mr. J. Willinge, wethouders; J.G. Grosman secretaris; en mr. M. Alting, mr. J.J. van Prehn, mr. E.H. Hofstede, J.A.R. Kymmell en E. van Wijk, vroedschappen.

Rijtoer door het bos

Op 13 maart 1809 maakte de koning met zijn gevolg en vergezeld door de erewacht een rijtoer door het bos en door de omstreken van de stad7 Daarna werd een bezoek aan de kerk gebracht.
De koning begreep terecht, dat ,met het verlenen van de titel stad, het dorp inderdaad nog geen stad geworden was. Assen diende de nodige verbeteringen en uitbreidingen te ondergaan, om die titel waardig te worden. Om in de bestaande gebreken te voorzien, schonk Lodewijk Napoleon een som van f 20.000,- tot de bouw van zestien huizen, die aan de stad in volle eigendom zouden toebehoren. De opbouw van de nieuwe huizen moest zo spoedig mogelijk geschieden, om te voorkomen, dat er inwoners der stad hun woonplaats gingen verlaten bij gebrek aan woningen. Het inwonertal was namelijk achteruitgelopen.
Het bos, nabij de stad, behoorde tot de domeingoederen. De koning schonk het aan Assen. Op 20 maart 1809 werd het aan de gemeente overgedragen.
Ten aanzien van de uitbreiding der stad droeg Lodewijk Napoleon bij besluit van 14 Lentemaand 1809 aan de minister van Binnenlandse Zaken op, 10 spoedig mogelijk een ontwerp voor een regelmatige bebouwing der stad te doen vervaardigen en dat, na goedkeuring, te laten uitvoeren, naarmate de stad zich zou uitbreiden. De opzet van dit uitbreidingsplan ging uit van een bevolkingsaantal van 6000 zielen. Door de minister werd de architect C.J.F.A. Giudici met het ontwerpen van het plan belast.

Plannen

Assen zou konings zomerresidentie worden. Er zou een koninklijk park worden aangelegd. Daarin zou 's konings paleis worden gebouwd. Op de Brink zou een hardstenen soubassement gebouwd worden voor een beeld van de koning met toepasselijke inscriptie "als aan den stichter van de nieuwe stad en aan de weldoener van het departement convenieert". Het beleef evenwel bij plannen. Twee straten van Assen, de Brinkstraat en de Nieuwe Huizen, werden volgens de plannen van de stedenbouwkundige aangelegd.
Ook was de koning bedacht op de verbetering der verkeerswegen. De minister van Binnenlandse Zaken werd opgedragen de nodige opmetingen te laten verrichten ten behoeve van de verlenging van de Vaart van Assen tot Groningen. Dit alles mede op het oog hebbende een binnenlandse vaart te verkrijgen tussen Amsterdam en Emden. Voorts moest een plan worden ontworpen voor het graven van een waterweg van Assen naar Zuidenveld. Hierdoor hoopte de vorst, dat dit gedeelte van Drenthe tot welvaar zou komen: ontginning van de venen. Men had becijferd dat het koninkrijk dan voor verscheidene eeuwen van turf kon worden voorzien, terwijl tevens voor de dijken en wegen nodige granietsteen en keien gemakkelijk te verkrijgen zouden zijn.
's Avonds woonde de vorst een concert en bal bij, hetwelk hem door de stedelingen werd aangeboden. Op 14 maart 1809 vertrok koning Lodewijk van Assen. Door de landdrost en door garde d'honneur vergezeld reisde hij naar Smilde waar de kerk werd bezichtigd en één van de veenderijen in de nabijheid van de weg lopend van Smilde naar Witten in ogenschouw werd genomen. Van Smilde vertrok de koning over Diever, Vledder, Wapserveen en Dwingeloo naar Hoogeveen waar Zijne Majesteit, die moeilijk liep, leunend op de arm van ds. G. van Duyl, aldaar het werkhuis bezocht en er zestienduizend gulden schonk voor de bouw en vierduizend gulden voor het ameublement van een op te richten werkhuis. De ontvangst te Hoogeveen was enthousiast. 's Nachts logeerde er de koning ten huize van de raadsheer Caspar Everhard Carsten en vertrok de volgende dag over Echten, Ruinen, Koekange en De Wijk naar Meppel, waar hij een eerbiedige huldebetuiging der burgerij had in ontvangst te nemen en het Gemeentebestuur na "met den diepsten eerbied" zijn hulde aan de koning te hebben betuigd, de vrijmoedigheid vond, "om ook het belang van deze onze plaats, de aanzienlijkste en volkrijkste van het gehele Departement" onder Zijner Majesteits aandacht te brengen. Aan de kerkeraden der gereformeerde, lutherse en joodse gezindten schonk de koning sommen gelds, alsmede aan de gewapende burgerwacht vijftig gouden dukaten - waarna koning Lodewijk onder herhaald gejuich der bevolking, door de garde d'honneur tot op de grenzen van het departement uitgeleide werd gedaan.
Het bezoek aan Drenthe was beëindigd.

Historische tijden

Het volgende jaar eindigde het bewind van koning Lodewijk Napoleon, die op 1 juli 1810 vrijwillig afstand deed van de troon ten behoeve van zijn oudste zoon Napoleon Lodewijk, onder regentschap van diens moeder Hortense, de dochter van Josephine de Beauharnais, Napoleons eerste gemalin. Als graaf St. Leu leefde hij sindsdien in Bohemen en in Italië.
Twee jaar later - 1812 - trok. Napoleon Bonaparte naar Rusland. Nog een jaar later - 1813 - werd hij bij Leipzig verslagen.
Op 21 november van dat jaar werden de Nederlanders van hun van trouw aan Napoleon ontslagen.
Op 30 november landde de erfprins van Oranje te Scheveningen. Op 2 december werd hij te Amsterdam tot soeverein vorst uitgeroepen. Nederland had het Franse juk afgeschud. Uit volle borst galmde men het door Immerzeel gedichte Oranje liedje:

Nu zijn de Fransen van de vloer hoezee
De lieve prins komt aan het roer hoezee
Nu zingen wij weer hand aan hand
Hoezee Hoezee Hoezee
Hoezee Hoezee Hoezee
Nu zijn wij allen eensgezind hoezee
En dragen weer oranjelint hoezee
Komt weer een Fransman op ons af
Dan vindt hij zeker hier zijn graf
Hoezee Hoezee Hoezee

Wie denkt nu meer aan die tijd. Wie denkt meer aan de Franse overheersing van Holland. De onafhankelijkheid was en is sindsdien opnieuw hersteld.
Honderdvijftig jaar geleden werd assen stad. Het mag dan een besluit van een over Holland heersende Franse koning geweest zijn, voor Assen is het van de grootste betekenis geweest. Honderdvijftig


HOME