Koloniaal museum op het Stadhuis te Assen

foto In de lokalen van het gemeentehuis te Assen zal van 24 juni tot 28 juni 1878 een tentoonstelling worden gehouden van enige voorwerpen betrekking hebbende op de landbouw, de houtcultuur en de veeteelt in de overzeese gebieden.
Deze voorwerpen, alle afkomstig en deel uitmakend van het Koloniaal Museum van de Nederlandse Maatschappij ter bevordering van Nijverheid te Haarlem.
De collectie bevat de volgende hoofdgroepen:

1. Voorwerpen uit het delfstoffen rijk, de voornaamste bodemschatten tonende;
Monster van verfstoffen, harsen, gommen, vloeistoffen enz. die de meeste waarde voor handel en industrie bezitten;
2. Producten van de hoofdcultures, zoals koffie, suiker, tabak, kina, indigo enz. in hun verschillende vormen, soorten en kwaliteiten;
3. De voornaamste voedingsmiddelen van de inlanders in betrekking met de koloniale landbouw;
4. Enige der meeste gezochte vezelstoffen met hun technische aanwending en bereidingswijze;
5. Een volledig stel modellen van landbouwwerktuigen en andere hulpmiddelen, alsmede enige der werktuigen zelf;
6. Een verzameling Oost- en West Indische houtsoorten, waaraan de meeste geschiktheid en waarde als bouwmateriaal of fijn werkhout wordt toegekend;
7. Een herbarium van de voornaamste nuttige gewassen;
8. Enige foto's en tekeningen betreffende de hoofdcultures.

"Het cultuurstelsel werkte als een goed lopende klok. Java werd één grote plantage. In 1840 was de koffie- en suikercultuur in de meeste delen van Java ingevoerd. Van de Javanen was toen 73,3 % op een of andere wijze ingeschakeld. Van de landbouwgrond was 5,3 beplant met verplichte gouvernementsgewassen.
Het resultaat was een stroom van Indische exportproducten. De winst die naar Nederland werden overgemaakt, het batig slot, liet een spectaculaire groei zien. Tussen 1831 en 1840 bedroegen deze 93 miljoen gulden, tussen 1841 en 1850 151 miljoen gulden, tussen 1851 en 1869 maar liefst 267 miljoen gulden." (Naar: J.J.P. de Jong, De waaier van fortuin, 1998.)



HOME